Citaten van Juvenalis

Juvenalis

Juvenalis

Romeins dichter

Leefde van: Rond 2e eeuw na Chr.

Categorie: Dichters (Hedendaags) Land: FlagRome

Citaten 21 t/m 30 van 51.

  • De ondeugd bedriegt door de schijn van deugd.
    Juvenalis
    - +
    +4
  • De ondeugd verbergt zich door zich als deugd te verkleden en zich streng en deftig voor te doen.
    Juvenalis
    - +
    +4
  • Het kwade geweten is een getuige, die men dag en nacht in zich ronddraagt.
    Juvenalis
    - +
    +4
  • Niemand bereikt opeens de hoogste trap van de ondeugd.
    Bron: Saturae 2, 83
    Juvenalis
    - +
    +4
  • Nooit is de natuur in tegenspraak met de wijsheid.
    Juvenalis
    - +
    +4
  • De beurs is stijf gevuld; wat kan mij schande deren?
    Juvenalis
    - +
    +3
  • De tong is het slechtste deel van een slaaf.
    Juvenalis
    - +
    +3
  • Even verdienstelijk in de werken des oorlogs als des vredes.
    Juvenalis
    - +
    +3
  • Op iemands gezicht kan men niet vertrouwen.
    Juvenalis
    - +
    +3
  • Van winst, hoe ook behaald, is de reuk altijd goed.
    Juvenalis
    - +
    +3
De beste Juvenalis citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 3)

Over Juvenalis

Juvenalis of Decimus Iunius Iuvenalis (Aquinum (Latium), ca. 60 - † ?, tussen 133 en 140) was een groot Romeins dichter, de laatste van de Latijnse satiredichters, die tevens aan de satire haar definitieve vorm heeft gegeven. De bekende uitdrukkingen Brood en spelen en Mens sana in corpore sano komen uit zijn pen.

Van zijn leven is weinig met zekerheid bekend. Blijkbaar leefde hij aanvankelijk arm en hulpbehoevend. Juvenalis begon met een militaire carrière en bracht het tot tribunus militum. Onder keizer Domitianus trad hij op als declamator te Rome. Hij werd gestraft met verbanning (naar Egypte?), omdat hij de draak had durven steken met een vermaarde toneelacteur, de favoriet van de keizer.
Op middelbare leeftijd is hij begonnen met het schrijven van satiren, die een sterk retorische inslag hebben. Tussen 98 en 128 dichtte hij zestien satiren, verdeeld over vijf boeken. Juvenalis wordt herhaaldelijk genoemd in het werk van zijn vriend en geestesgenoot Martialis.

Evenals zijn tijdgenoot Tacitus heeft hij een duidelijk pessimistische kijk op het Rome van de 1e eeuw. Zijn satiren schilderen op brutale, realistische wijze de zedelijke toestanden in de hoofdstad onder de keizers Nero en Domitianus.
Zij hekelen het wangedrag, de ondeugden, de misbruiken en buitensporigheden van een desintegrerende Romeinse maatschappij. De felheid van zijn pen is daarbij in de Latijnse literatuur niet geëvenaard.

Bron Wikipedia